Na de succesvolle prijsvraag ‘Bakens aan het water’ die in 2007 door Centrum voor Beeldende Kunst Gelderland werd georganiseerd in opdracht van het Cultuurpact Rivierenland (voorheen Gebiedsgericht Cultuurbeleid Rivierenland), kreeg Bureau Venhuizen de opdracht om te onderzoeken op welke manier er nieuwe bakens langs de Waal kunnen worden opgericht en op welke manier dit het beste gerealiseerd zou kunnen worden.

De enige bakens die ook daadwerkelijk zo worden genoemd zijn de verkeersborden die de vaargeul aanduiden voor de schippers. De verdere bakens die we kennen langs de rivier, zoals schoorstenen, bruggen en kerktorens, zijn nooit louter als baken in het landschap bedoeld maar hadden altijd een eigen reden voor hun oprichting. Door hun overduidelijke aanwezigheid in het landschap gedurende langere tijd hebben deze bouwwerken veel meer betekenis gekregen dan oorspronkelijk bedoeld, en zijn baken geworden. Ook voor de nieuwe bakens respecteert Bureau Venhuizen deze manier van ontstaan. Het rapport ‘Ruimte voor Bakens’ bevat geen aanbevelingen voor volstrekt nieuwe bakens zonder enige aanleiding. Bureau Venhuizen ging op zoek naar waar nu en in de nabije toekomst veranderingsprocessen aan de gang zijn. Door aan deze processen kunstenaars, architecten en ontwerpers toe te voegen, kunnen deze situaties zich sterk als toekomstig baken gaan ontwikkelen.

Dit rapport ‘Ruimte voor Bakens’ brengt de mogelijkheden voor nieuwe bakens in kaart. Die mogelijkheden doen zich in verwachte maar ook in onverwachte situaties voor. Bureau Venhuizen benoemde elf nieuwe soorten bakens. Een belangrijke nieuwe bakenmogelijkheid werd al zichtbaar gemaakt door de winnaar van de prijsvraag. Hij benoemde het Her-Baken, een in onbruik geraakte steenfabriek bijvoorbeeld, wordt in een nieuwe context hergebruikt en zet zo haar functie als baken voort. De uiterwaarden langs de Waal krijgen in toenemende mate een recreatieve functie waardoor er ruimte voor zogenaamde Struinbakens ontstaat. Bovendien ontstaan bakens niet alleen vanuit ‘prettige’ aanknopingspunten. Bureau Venhuizen ziet ook nieuwe bakens ontstaan vanuit de baggerproblematiek of het inrichten van nieuwe industrieterreinen.

Ruimte voor Bakens is geen Masterplan voor nieuwe bakens. In plaats van een Masterplan pleit dit plan van aanpak voor een Planmaster. Een Masterplan dat niet voortdurend kan worden bijgesteld is stroef en star. De nadruk ligt dan op degene die het voortdurend bijstellen ter hand kan nemen. Dit noemen we de Planmaster en staat voor de inhoudelijke positie van voortdurend ’stellen’ van de opdrachten. Als Planmaster wordt het Bureau Bakens opgericht die zich vanuit een ’strategie van aanwezigheid’ zal gaan manifesteren binnen de talrijke veranderingsprocessen langs de Waal.

november 19th, 2008

www.bakensaanhetwater.nl